logo incluvisie

Mensenrechten voor Nederlanders met een beperking.

Mensenrechten voor Nederlanders met een beperking.

Universele Verklaring van de Rechten van de Mens

Vandaag is het de internationale dag van de mensenrechten en vieren wij de totstandkoming van de universele verklaring van de rechten van de mens (UVRM).

De Artikelen 22-27 gaan over economische, sociale en culturele grondrechten. Dat zijn onder meer de rechten op werk, rust en vrije tijd, beloning, sociale zekerheid, onderwijs, huisvesting en medische verzorging.  Zonder onderscheid te maken zou iedere bewoner van deze aarde dezelfde toegang tot deze rechten moeten hebben. Toch lijkt het er in Nederland op dat er sprake is van rechtsongelijkheid en discriminatie als het gaat om de rechten van mensen met een beperking.  Zo niet naar de letter van de wet dan toch zeker wel in de geest van de UVRM en het VN-Verdrag Handicap. Incluvisie werkt aan werk, waarmee een rechtvaardig inkomen verdiend kan worden, voor iedereen met een (fysieke, zintuiglijke of chronische) beperking. Ook in Nederland zien wij dat er sprake is van rechtsongelijkheid en discriminatie m.b.t. de rechtsgebieden werk en beloning.

De wet banenafspraak en arbeidsbeperkten

De wet banenafspraak en quotum arbeid beperkten verplicht werkgevers met meer dan 25 werknemers om 5% van het personeel te laten bestaan uit mensen met een beperking op straffe van een boete per niet ingevulde werkplek in 2026. Helaas gaat het hier niet om alle mensen met een beperking. Als je tijdens je werkzame leven arbeidsongeschikt wordt of als je zelfstandig het wettelijk minimumloon zou kunnen verdienen als je een baan zou hebben dan val je niet onder het quotum. Werkgevers kunnen door deze groep mensen (900.000) in dienst te nemen de boete dus niet voorkomen. In de praktijk zien Incluvisie en vele andere organisaties dat bedrijven alleen nog mensen met een beperking die onder het quotum vallen, en  daardoor in het doelgroepregister staan, in dienst nemen. Tegen mensen die niet onder het quotum vallen wordt gezegd dat ze natuurlijk gewoon regulier mogen solliciteren. Helaas wijst de praktijk uit dat men dan zelden aangenomen wordt. (Van de mensen met een fysieke beperking werkt maar 31% t.o.v. 76 van de beroepsbevolking zonder beperking volgens recent onderzoek van NIVEL).  Simpelweg omdat werkgevers het vaak al ingewikkeld genoeg vinden om iemand die onder het quotum valt aan te nemen. Daardoor is er geen bereidheid nog meer moeite te doen voor iemand waarmee je de boete niet kunt voorkomen.

Met de wet banen afspraak wordt de mate waarin iemand een beperking heeft gedefinieerd door diens verdiencapaciteit. Hiermee wordt totaal voorbijgegaan aan hoe het VN-Verdrag handicap een handicap definieert. Artikel e van de preambule stelt: “Erkennend dat het begrip handicap aan verandering onderhevig is en voortvloeit uit de wisselwerking tussen personen met functiebeperkingen en sociale en fysieke drempels die hen belet ten volle, effectief en op voet van gelijkheid met anderen te participeren in de samenleving”.

Duidelijk kan het niet lijkt ons. De mate van een beperking kan niet worden aangegeven door simpelweg de verdiencapaciteit te meten. Veel mensen met een beperking die het minimumloon zouden kunnen verdienen merken dat zij vanwege hun beperking en de daarmee verbonden vooroordelen niet door sollicitatieronden heenkomen. Er is duidelijk een oorzakelijk verband tussen de functiebeperking en de onmogelijkheid een baan te vinden waardoor men op voet van gelijkheid kan participeren in de samenleving.

Onze overheid kiest er dus door haar definitie van een handicap voor om een onderscheid te maken binnen de groep mensen met een beperking die totaal voorbijgaat aan de VN-definitie van een handicap. Voor de ene groep is er wetgeving waardoor de kans op arbeidsdeelname groter wordt terwijl diezelfde wetgeving een andere groep arbeidsbeperkten juist een grotere afstand tot de arbeidsmarkt bezorgt.

Deze laatste groep heeft door de verminderde kans op een baan ook minder kans op een gelijkwaardig inkomen.

Gelijkwaardig inkomen

Kun je dan wel een gelijkwaardig en rechtvaardig inkomen verdienen als je onder het quotum valt? Dat is nog maar de vraag. Zoals gezegd kom je alleen in het doelgroepregister als je niet zelfstandig het minimumloon kunt verdienen. Of dat het geval is wordt vastgesteld door een loonwaardemeting. De werkgever hoeft dan alleen het percentage van de werkelijke loonwaarde te betalen en het loon wordt door de overheid aangevuld tot het minimumloon.

Hoe lager de loonwaarde hoe beter voor de werkgever dus. Veel mensen met een beperking ervaren het loonwaarde onderzoek als vernederend en de uitkomsten als onterecht. De quotumwet geeft de werkgever in feite de mogelijkheid om minder loon te betalen. Hoe verhoudt zich dat eigenlijk tot de “Wet Minimumloon”?

Uit signalen die veel belangenbehartigers opvangen blijkt dat veel organisaties een aparte loonschaal hanteren voor de werknemers die onder de quotumdoelgroep vallen waardoor mensen een lager loon krijgen dan hun collega’s zonder beperking met dezelfde werkzaamheden, opleiding en ervaring.

En dus?

Samenvattend kan Incluvisie alleen maar concluderen dat in Nederland alle mensen met een beperking nog steeds te maken hebben met discriminatie, uitsluiting en onderbetaling op grond van hun beperking.

En dat is absoluut niet in de geest van de UVRM en het VN-verdrag handicap.

Laten Nederland en alle belangenorganisaties voor mensen met een handicap (weer) gaan werken aan gelijke ondersteunende wetgeving m.b.t. het vinden en behouden van werk en het verdienen van een gelijkwaardig loon voor alle mensen met een beperking in Nederland, of ze nou wel of niet in het doelgroepregister staan.

Pas dan leven we om met de premier te spreken in een supergaaf land.

 

 

Meer lezen over de lobby van Incluvisie m.b.t. wet Banenafspraak en Quotum Arbeidsbeperkten